Wednesday, March 2, 2016

Patroon voor het opvouwbare tasje /netje .



Voor dit patroon maakt de dikte van de wol niet zo heel veel uit, alleen als je veel dunnere wol gebruikt dan ik deed, krijg je een  mini netje.

Ik heb ongeveer 125 gram wol gebruikt en een haaknaald 3.5  Ik gebruikte wol van Action.

Je begint met haken in het midden van de bodem. Deze bodem maak je twee keer.

Begin met het haken van 3 lossen .
Toer 1: In de eerste losse haak je 11 stokjes., de eerste 2 lossen zijn voor het eerste stokje  ( 12 in totaal dus) Sluit de toer met een halve vaste.
Toer 2 : Haak 2 lossen voor het eerste stokje , haak nog een stokje in dezelfde steek, en daarna  in elk stokje ,  2 stokjes s tot het eind van de toer. Sluit met een halve vaste.
Toer 3: Haak 2 lossen voor het eerste stokje, haak nog een stokje in dezelfde steek, en daarna * 1 stokje in de  volgende steek en 2 stokjes in de daarop volgende steek* herhaal van * tot * en sluit de toer met een halve vaste.
Toer 4  - 7: herhaal toer 4  voor elke toer,  maar werk in elke toer  1 stokje meer tussen de 2 stokjes in een steek.  Dus in toer 4  twee keer een stokje er tussen , in toer 5  drie  keer een stukje er tussen en zo voort. Zo krijg je een keurige cirkel.

Wil je een groter bodem voor je netje dan moet je nu meer toeren haken waarbij je blijft meerderen op dezelfde manier.
Toer 8 : Haak 2 lossen voor het eerste stokje en haak daarna 2 stokjes in elk stokje.
Afhechten en de draad afbreken.

Haak de 2e bodem op dezelfde manier maar in toer 10 niet afhechten  en de draad niet afbreken :

Leg de twee bodems op elkaar ( verkeerde kanten op elkaar )  Haak met in elke steek 1 vaste de 2 bodems  aan elkaar ( dus door beide bodems haken !) , tot er nog 5 centimeter over is. Haak voor deze 5 centimeter alleen door de bovenste van de 2 bodems zodat er een opening blijft. Door deze opening kun je straks de bodem gebruiken als hoes voor je netje.

Voor de volgende toer haken we alleen in de achterste steek van de vorige toer. Bovenop je haakwerk zie je 2 lussen, je gebruikt alleen de lus die het verst van je af is. Zo maak je een opstaand randje.  Je werkt 1 stokje in elke steek.


Nu beginnen we aan het netje :

Haak 3 lossen , sla 3 stokjes over en haak 1 vaste in het volgende stokje . Herhaal dit tot het einde van de toer.

Daarna haak je steeds 3 lossen, 1 vaste in het volgende boogje van lossen , 3 lossen etc. Tot je tasje 25 cm groot is.

Je kunt hem ook groter maken maar dan moet je ook de bodem groter maken anders past het tasje niet meer in de hoes als je gaat vouwen.

Nu gaan  we het tasje afwerken :
 toer 1 : Haak  in elk boogje van de vorige toer 3 vasten. Geen lossen er tussen haken ! Sluit de toer met een halve vaste.
toer 1-4 .  Haak  1 losse voor de 1e vaste, daarna in elke vaste 1 vaste. Sluit de toer.

Ik had toen 72 vasten. Maar het maakt niet zo heel veel uit of je er een paar meer of minder hebt.
Om de plaats van de handvatten te bepalen deel je het aantal vasten door 4.  In mijn geval had ik dus 4 x 18 vasten.  Heb je meer steken dan deel je dat aantal ook in 4 gelijke stukken.  Het is echt makkelijk om  die stukken even markeren met een draadje of een veiligheidsspeld.  het eerste merkje komt waar de vorige toer gesloten is.

We beginnen bij het eerste merkje,  met het  handvat : haak 50 lossen , sla 18 vasten over en haak bij het eerste merkje een vaste, haak daarna in elke steek een vaste tot je aan het 2e merkje komt, haak dan weer 50 lossen,  sla 18 vasten over tot het volgende merkje en haak vandaar weer vasten tot aan het einde van de toer. Sluit de toer.

Nu haak je nog 4 toeren  1 vaste in elke steek, je hoeft alleen de laatste toer te sluiten.
Afhechten en eventuele draadjes netjes wegwerken en je tasje/netje is al klaar.


Veel plezier met mijn patroon.






No comments:

Post a Comment